Microtest Precise Design Cable Harness Tester Instrument

Precieze ontwerp van de kabelgordel tester

Dit instrument is niet geschikt voor gebruik in de buitenlucht, vooral op vochtige of stoffige plaatsen, waar een abnormaal gebruik een elektrische schok kan veroorzaken.Lees de veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u deze tester gebruikt om ongevallen te voorkomen die veroorzaakt worden door onjuist of verkeerd gebruik..

Sectie 1.1 Veiligheidsborden

De volgende veiligheidssymbolen mogen op deze handleiding en op het instrument worden aangebracht.
NB: Lees deze handleiding voor de details.
: Beschermende aardingsterminal, voordat u de tester gebruikt, moet u ervoor zorgen dat deze grond is bevestigd om contact met het chassis te voorkomen als gevolg van lekken van elektriciteit,die een elektrisch schokongeval kunnen veroorzaken.
Waarschuwing: Waarschuwingsetiket: wanneer het product niet correct wordt gebruikt, kan dit tot onjuiste resultaten leiden voor het te testen instrument of andere voorwerpen.
Waarschuwing: Waarschuwingsetiket, wanneer het product niet correct wordt gebruikt, kan het letsel of zelfs de dood veroorzaken.

Sectie 1.2 Verander de apparatuur niet of voert interne aanpassingen aan.
zonder toestemming van de fabrikant geen vervangende onderdelen installeren of wijzigingen of aanpassingen aan de machine verrichten,om het gevaar van de machine niet te vergroten of schade aan de machine te veroorzaken.

Afdeling 1.3 Statische elektriciteit
Gelieve geen statische elektriciteit met de machine in contact te brengen om schade aan de machine te voorkomen.

Afdeling 1.4 Op de grond blijven
Er is een veiligheidsaansluiting op het achterpaneel van de tester. Zorg ervoor dat de aansluiting goed is geaard, zodat deze niet in contact komt met de buitenste behuizing,die een elektrische schok kunnen veroorzaken.

Afdeling 1.5 Stroomvoorziening
Het voedingskabel moet worden geselecteerd overeenkomstig de lokale nationale voorschriften en met een aansluiting die aan de IEC320-aansluiting voldoet, aan het instrument worden aangesloten.en de gebruiker moet ervoor zorgen dat de aardingsdraad goed geaard isAls er een zekering aan de stekker is bevestigd, gebruik dan een zekering van 3,15 ampère die voldoet aan de veiligheidsvoorschriften.het moet zeker zijn dat de stroomtoevoer wisselstroom is en dat de spanning tussen 100V-240V 50/60Hz ligt.

Deel 1.6 Opwarming
De tester zal normaal werken wanneer de stroom is ingeschakeld, maar om de in de specificatie gespecificeerde nauwkeurigheid te bereiken, moet de tester gedurende 30 minuten worden verwarmd.

Afdeling 1.7 Fouten
Indien het instrument storing heeft, dient het apparaat ter reparatie terug te worden gestuurd naar de oorspronkelijke fabrikant om de nauwkeurigheid en veiligheid van de werking te waarborgen.

Afdeling 1.8 Beëindiging van de test
Wanneer het instrument lang niet wordt gebruikt, moet u de schakelaar uitschakelen.

Afdeling 1.9 Plaatsing en opslag
De normale werktemperatuur en luchtvochtigheid van deze eenheid bedraagt 18 oC tot 28 oC en 80% RH. Als dit bereik wordt overschreden, werkt de eenheid mogelijk niet goed.Het temperatuur- en vochtigheidsbereik voor de opslag van de tester is -20 °C ~ 70 °C, 80% RH. Installeer de testmachine niet onder rechtstreeks zonlicht of in een omgeving met hoge temperatuur, hoge luchtvochtigheid, frequente schommelingen, overmatig stof, voor een goede test en veiligheid.of onstabiele elektriciteitsvoorziening.

Sectie 1.10 Noodbehandeling
In geval van elektrische schok, verbranding van het testvoorwerp of verbranding van de hoofdunit, moet de schakelaar worden uitgeschakeld en de stroomleiding worden losgekoppeld.

Productparameter: